+32 2 217 09 67 Contacteer ons
29-01-2024

ITB presenteert een studie betreffende een belangrijke belastingkwestie voor binnenvaartsector

In het kort
Een recente studie gefinancierd door het Koninklijk Instituut voor het Transport langs de Binnenwateren (ITB) concludeert dat HVO (Hydrotreated Vegetable Oil) en FAME (Fatty Acid Methyl Ester), twee alternatieve brandstoffen, als energieproducten principieel accijnsgoederen zijn maar dat de huidige accijnsvrijstelling voor brandstof in het binnenwatertransport ook van toepassing moet zijn. Hierbij zijn, zoals voor reguliere brandstof, een vergunning voor eindgebruik door de binnenschipper en communicatie met producenten/leveranciers essentiële voorwaarden. Deze conclusie is van toepassing op alle alternatieve brandstoffen en op elk product dat is bestemd voor gebruik, wordt aangeboden voor verkoop of wordt gebruikt als motorbrandstof, additief of vulstof in motorbrandstoffen binnen de binnenvaart.
Met betrekking tot de huidige wetgeving benadrukt het Instituut dat HVO en FAME, wanneer gemengd met gasolie voor de binnenscheepvaart, principieel gemerkt moeten worden. Indien het merken als te duur wordt beschouwd, wordt voorgesteld om in overleg te treden met de accijnsadministratie voor een mogelijke afwijking.

 

Buurlanden
De studie bevat ook een vergelijking met buurlanden zoals Nederland, Frankrijk en Duitsland. Alhoewel de toe te passen tarieven een nationale aangelegenheid blijft, geldt de accijnsvrijstelling voor het gebruik van HVO en FAME in de binnenvaart ook in buurlanden, waarbij Nederland bijvoorbeeld spreekt van een nultarief, wat gelijkstaat aan een vrijstelling.

Actie wordt ondernomen voor de European Energy Taxation Directive (ETD)
Tenslotte uit het Instituut haar bezorgdheid over het ontwerp van de Energy Taxation Directive door de Europese Commissie, met vragen over de tijdelijkheid van de vrijstelling voor de binnenvaart en de exacte definitie van duurzame alternatieve brandstoffen. Het Instituut neemt initiatieven om in overleg te treden met de Belgische administratie en/of Minister van Financiën, met het oog op EU-niveau besprekingen.
Het ITB benadrukt dat deze voorgestelde wijzigingen een negatieve impact kunnen hebben op de binnenvaartsector, vooral gezien de specifieke uitdagingen en kenmerken van deze sector. De wijzigingen lijken ook niet verenigbaar met de Europese politieke wil om het aandeel van de binnenvaart in het totale transport tegen 2030 en 2050 aanzienlijk te verhogen.
Verder lijkt het wenselijk dat er meer gedebatteerd wordt rond de essentiëler kwestie betreffende nul-emissie versus emissieneutraliteit, vooral in een sector waar de ontwikkelings- en levenscycli van vaartuigen significant zijn. Er wordt inderdaad onterecht beschouwd dat verbrandingsmotoren onder alle omstandigheden schadelijk voor het milieu zijn terwijl emissies en luchtpolluenten die door verbrandingsmotoren worden uitgestoten quasi totaal kunnen worden geëlimineerd door het streven naar emissieneutraliteit, waarbij de uitstoot effectief wordt geneutraliseerd door het gebruik van toepasbare technologieën zoals koolstofabsorptie, gekoppeld met het gebruik van alternatieve brandstoffen.
Het ITB roept op tot een constructieve dialoog met beleidsmakers om de specifieke behoeften van de binnenvaartsector te begrijpen, alternatieven te verkennen die accijnsvrijstellingen mogelijk maken en/of alternatieven te onderzoeken voor de afschaffing van accijnsvrijstelling ter bevordering van de sector en voor het behalen van milieudoelstellingen.


Deze website maakt gebruik van cookies De website van ITB gebruikt functionele cookies. In het geval van het analyseren van websiteverkeer of advertenties, worden ook cookies gebruikt voor het delen van informatie, over uw gebruik van onze site, met onze analysepartners, sociale media en advertentiepartners, die deze kunnen combineren met andere informatie die u aan hen heeft verstrekt of die zij hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun diensten.
Toon details Verberg details
Selectie toelaten Alle cookies toelaten